Een werkgever die zijn werknemer had ontslagen wegens het vervallen van zijn arbeidsplaats, had dat op de juiste gronden gedaan. Deze uitspraak is door het hof gedaan na een hoger beroep door de werknemer. In een eerdere uitspraak was de werknemer in het gelijk gesteld, aangezien zijn werk was overgenomen door freelance redacteuren.
Bij een uitgever van regionale nieuwsbladen werkten twaalf werknemers in loondienst. Waaronder de redacteur die sinds 1998 in dienst was. De arbeidsovereenkomst met deze redacteur werd op 1 mei 2018 opgezegd. Zijn arbeidsplaats zou zijn vervallen. Het UWV had voor de opzegging toestemming gegeven. Het zou zijn aangetoond dat de bedrijfsvoering doelmatiger zou zijn wanneer de uitgever meer met freelancers zou gaan werken.
Bedrijfscontinuïteit
Het werken met freelancers zou voor meer flexibiliteit, meer expertise en een breder netwerk met zich meebrengen. Dit zou de bedrijfscontinuïteit verbeteren. De freelancers zouden, ieder vanuit hun eigen netwerk, actief nieuws kunnen verzamelen. Hierdoor zou ook informatie boven komen drijven, die anders niet zou zijn gepubliceerd. Het UWV achtte bovendien aangetoond dat de freelancers ‘echte’ zelfstandigen waren.
Hoger beroep
Nadat de redacteur een zaak had aangespannen, had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst echter met terugwerkende kracht hersteld tot 1 mei 2018. De werkgever was hierbij veroordeeld tot doorbetaling van het loon vanaf de eerder bepaalde beëindiging van het contract. Op haar beurt had de werkgever tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof. Het hof heeft de gang van zaken en de beoordeling door het UWV onder de loep genomen. Hierin is onder meer gekeken of voldaan was aan de eisen die de wet stelt aan een ontslag wegens het vervallen van de arbeidsplaats. Hierbij kunnen latere omstandigheden volgens het hof nog wel in aanmerking worden genomen, zij het slechts wanneer deze te voorzien zouden zijn geweest op het moment van beoordelingen.
Continuïteit van de onderneming
Het hof was verder van mening dat de beslissing van de werkgever tot het laten vervallen van de arbeidsplaats terughoudend moet worden getoetst. Het uitgangspunt hierin is dat de werkgever beslissingen moet kunnen nemen die gericht zijn op het voortbestaan van de onderneming. Volgens het gerechtshof is hierin dan ook van ondergeschikt belang door wie bepaalde artikelen zijn geschreven. Dus ook niet de stukken die na het ontslag in de nieuwsbladen zijn gepubliceerd. Voor het hof is voldoende dat de uitgever heeft aangetoond te willen gaan werken met zogenaamde ‘echte’ zelfstandigen. Of anders gezegd, dat de werkzaamheden zullen worden verricht door personen die werkzaam zijn in de zelfstandige uitoefening van een beroep of bedrijf en ingeschreven staan in het handelsregister.
Werkgeversrisico
Omdat de wet verbiedt dat de rechter een arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht ontbindt, bepaalt het gerechtshof het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst eindigt op 1 september 2019. De uitgever moet daardoor het salaris van de redacteur alsnog doorbetalen over de periode tussen 1 mei 2018 tot 1 september 2019. Dat de redacteur in die periode feitelijk niet gewerkt heeft, staat de loonvordering van de werknemer niet in de weg, zo stelt het hof. Dit omdat de perikelen van het ontslag in de gegeven situatie in de risicosfeer van de werkgever lag.





